Je bekijkt nu  Jeugdherinneringen.  De wielerronde
Diverse takken van de "Heeremenissen" bij elkaar bij Van der Geest

 Jeugdherinneringen.  De wielerronde

Nerveuze blikken, kaalgeschoren benen, de geur van massageolie. Zo vlak voor de start van de jaarlijkse kermisronde staan de spieren van de wielrenners strak gespannen. Het startschot valt, de mannen zijn weg.

In de Havenstraat valt de deur achter onze vader dicht. Ook hij is van start gegaan voor zijn jaarlijkse ronde. Overhemdje en nette broek, zelfs zijn zondagse schoenen heeft hij aan. Schoenen die hij voor het eerst op zijn trouwdag droeg en sinds die tijd nauwelijks gesleten zijn, want hij droeg altijd klompen.

De wielrenners schieten door de eerste bochten. Het tempo ligt hoog, de eerste schifting wordt gemaakt. De toppers zitten voor in het peloton. Het parcours van de wedstrijd loopt via onze straat, dus we hoeven niet ver te lopen om de renners te zien. Noordwijkerhout heeft altijd sterke renners gehad, dus elk jaar rijden “we” vooraan in de wedstrijd. De speaker verhaalt in rap tempo van de geweldige prestaties van onze plaatselijke favorieten. Pa passeert ons, hij gaat even het dorp in. Zegt hij. We kijken onze plaatselijk favoriet na, wetend dat hij de strijd niet zal schuwen.

Een kopgroep vormt zich, de wedstrijd is geopend. In het peloton wordt gevloekt. Dichtrijden dat gat! Zweet op de voorhoofden, de banden maken een zoemend geluid op de klinkers van de straat. Pa betreedt zijn parcours: Hotel van der Geest. Hij is nog niet binnen of hem wordt de eerste drinkbus aangereikt. Voor een man die het hele jaar niet oefent, klokt hij het busje snel leeg. Knappe vent die hem kan volgen, hij zal snel een voorsprong nemen. Het is gezellig bij de ronde, de sfeer is kameraadschappelijk. Hele families zoeken elkaar op. Zelfs emigranten komen het liefst terug in september, want dan komt iedereen die zich Noordwijkerhouter noemt kijken naar het tonknuppelen, de ronde, klootschieten, tobbedansen. De kermis verbroedert mensen; is de draaimolen weer weg, dan worden oude posities ingenomen. Kennen mensen elkaar opeens niet zo goed meer, mag er geroddeld worden of belazer je elkaar gewoon weer. Tot de volgende kermis.

Het is halverwege de wedstrijd. De plaatselijk favoriet leidt de kopgroep, de speaker kan de lijsten met premies niet meer aan. Hij heeft spierpijn in zijn tong. Iedere ronde wordt er gestrooid met tientjes, geeltjes. Zelfs de grootste kneus op een fiets met vierkante wielen wint prijzen. Geen wonder dat iedere renner graag meedoet in onze ronde. Pa is intussen goed warmgedraaid. Van alle kanten wordt hij enthousiast begroet, iedereen reikt hem nieuwe bidons aan, wetend dat hij dit nodig heeft om in zijn wedstrijd tot grote hoogten te stijgen. Het eerste knoopje van het overhemd gaat los. Pa maakt een dansje. Ja, echt, onze pa danst, het peloton in Van der Geest moedigt onze topper aan.

In de kopgroep kijken de andere toppers elkaar aan. Er wordt gepraat. De plaatselijk favoriet heeft natuurlijk groot belang bij het winnen in het eigen dorp. Hij maakt zich op voor de eindsprint. Pakt nog even een drinkbussie. Pa doet hetzelfde, hij heeft al heel wat schuimende sportdrank weggewerkt. Hij is volledig los, is moeiteloos op kop gekomen. Het zweet gutst van zijn hoofd. Met grote bewegingen maakt hij een nieuw rondje door de zaal. Maakt zich op voor zijn finish.

De plaatselijk favoriet moet er nog hard voor knokken. Met een enorme jump springt hij uit het wiel van zijn laatste medevluchter. Hij kraakt, maar haalt het. De winnaar van de Ronde van Noordwijkerhout gaat juichend over de meet van zijn thuiswedstrijd. Onze favoriet strekt zijn armen ook hoog in de lucht, hij lijkt de hemel te willen plukken. De fotograaf drukt af. Een foto van onze juichende winnaar, één uit een serie sterk op elkaar lijkende foto’s van evenzoveel kermisronden tijdens de zestiger jaren.

Jan Aardappel, Arie Van Wetten, Hans Steekers en Gerard Looyenstein. Jongens die een stukje konden fietsen. Zou hij hen ooit hebben zien rijden? Zou hij ooit geweten hebben wie de wielerronde dat jaar won? Met verbazing bekeek je als kind elk jaar weer de gang van je pa naar Van der Geest. Daar reed hij zijn ronde; hij finishte altijd, gaf nooit op. Voor iemand die het hele jaar zelden de alcohol aanraakte, was hij na afloop opmerkelijk snel hersteld. Alleen even bijkomen op de bank. Daarna liep hij ogenschijnlijk zo fris als een hoentje met ons het kermisterrein over. Met rechte rug, zoals altijd. Onze plaatselijke favoriet.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.