Je bekijkt nu Breeland
Deel kaart Breeland Nationaal Archief collectie Hingman

Breeland

In de geschiedenis van oude woonlocaties in ons dorp valt boerderij Breeland aan de Zilker Binnenweg op. Er is geen enkele boerderij die zo lang eigendom is geweest van één familie. En dan hebben we het niet over Jan van Haaster en zijn nazaten die vanaf 1896 aan de oude binnenweg kwamen te wonen. De familie Van Haaster is weliswaar al weer ruim 120 jaar eigenaar maar worden in duur ver overtroffen door de Haarlemse familie Cousebant. En ja, zo heetten zij echt.

Uit onderzoek naar de geschiedenis van bebouwde locaties in Noordwijkerhout wordt duidelijk dat de meeste dateren uit de Middeleeuwen. Zij ontstonden langs de oude verbindingswegen, waaronder de Herenweg en Zilkerduinweg. Breeland ligt echter aan de Zilkerbinnenweg en die weg lijkt een jongere ontstaansdatum te hebben, de bebouwing van percelen vond pas plaats in de 16e eeuw. Om de oudste bewoners van deze verbindingsweg tussen de Beeklaan en het Huis ter Lugt aan de Delfweg te kunnen vinden vormen de zogenaamde Morgenboeken van het Hoogheemraadschap onze belangrijkste bron. In 1542 brengt dit waterschap alle percelen in Rijnland in kaart met hun grootte, eigenaren en eventuele pachters. Voor De Zilk worden ook de woningen vermeld, maar we zien in dat eerste Morgenboek van Rijnland geen woningen aan de Zilkerbinnenweg. Maar elf jaar later vinden we in de zogenaamde 10e Penning (belasting) van 1553 bewijs dat er midden 16e eeuw een woning stond, eigendom van een zekere Geryt Dammaszoon.

10e penning Noordwijkerhout 1553, Gerijt Dammaszoon met zijn woning. Fotoverzameling JD

In combinatie met dezelfde informatie uit een latere 10e Penningregister komen we tot de volgende omschrijving: Geryt Dammaszoon bewoont zijn eigen huis. Daarnaast gebruikt Geryt als eigenaar zeventien en een half morgen veen waarvan een deel is toegemaakt (verbeterd jd). Ook heeft hij nog vier morgen hoog veenland in gebruik van meester Lambert uit Haarlem en bijna vijf morgen van de pastoor van Oegstgeest.. Van de kinderen van Geryt Claeszoon (Van der Laen) gebruikt Geryt drie morgen anderhalf hond land. Hij gebruikt van de keizerlijke majesteit (graaffelijke overheid) het  Sillicker Duijn. (Een morgen is 600 Rijnlandse Roe of 0,85 hectare).

Geryt Dammaszoon gebruikt percelen laagveen, hoogveen en de duingronden van het Zilker duin. De omvang van 17 ½ morgen voor het perceel waar zijn huis op staat komt grofweg overeen met latere vermeldingen van de Breelandboerderij. Voor zover na te gaan valt was het genoemde huis de eerste woning aan de Zilkerbinnenweg. Acht jaar later woont Geryt volgens de 10e Penning van 1561 in Hillegom en wordt een Willem Jorijszoon genoemd als pachter. Geryt krijgt in die jaren van het Hoogheemraadschap toestemming om een watermolentje te bouwen waarmee hij het water van de Breelandpercelen kan afvoeren naar de Hillegommer Beek. De plek waar de molen stond is waarschijnlijk ingetekend op de fraaie kaart van Breeland uit circa 1660.

Detail kaart Hingman, Nationaal Archief, rechts op perceel F de kleine molengang.

De eerste bebouwing van Breeland kunnen we dus aan Geryt Dammaszoon koppelen maar de boerderij zoals we die getekend zien op latere kaarten is waarschijnlijk gebouwd door de rijke Haarlemse familie Van der Laen. Deze van oorsprong Haarlemse familie heeft een grote rol gespeeld in het noordelijke deel van de Bollenstreek in de 16e en 17e eeuw. We vinden familieleden terug in Lisse, Hillegom en Noordwijkerhout als eigenaren van belangrijke buitenplaatsen of hofsteden. Zoals Treslong, Veenenburg, Ter Specke, Middelburg, Ter Lugt en Bergenslaan.

Geryt Claeszoon van der Laen werd midden 16e eeuw eigenaar van het Kleine en Grote Zilker duin. Hij verpachtte land aan Geryt Dammaszoon en heeft waarschijnlijk het eigendom van deze Geryt in De Zilk overgenomen. We weten helaas niet precies wanneer dat gebeurd is maar kunnen wel zien dat Breeland vervolgens via familiebanden eigendom wordt van de Haarlemmer Pieter Nicolaes van Hoorn. Geryt Claeszoon van der Laen is zijn oom. Pieter verkoopt de boerderij in 1584 aan de voogden van het weeskind Haesje Willemsdochter van Foreest, een nichtje. De verkoopakte is bewaard gebleven

1584 overdracht Breeland, fotoverzameling JD

De omschrijving in de akte luidt: Op 9 augustus anno 1584 heb ik, Pieter Nicolaas van Hoorne, verkocht aan Gijsbert Borne van Amsterdam als zijnde curator en lasthebbende van weesmeesters, moeder en vrienden en ten presentie van Adriana en Geertruyd van Foreest, aan Haese Willemsdochter van Foreest, mijn nicht en onmondig weeskind, een huis, barg, schuur met erf en werf, tezamen met al het geboomte daarop staande, met omtrent 17 morgen land daartoe behorend en waartoe gerekend de boomgaard met de werf waarop het voornoemde huis staat, alles gestaan en gelegen zijnde in het vierkant aan elkaar in de ambacht van Noortwijckerhout.

De nog ongetrouwde Haesje van Foreest brengt haar boerderij in bij haar huwelijk met Gerard van Hulft als onderdeel van de voorwaarden. De echtgenoten behouden in feite ieder hun bezit. Hun enig kind, Adriana wordt daardoor enig erfgename van Breeland. Zij trouwt met Haarlemmer Frans Cousebant waarna de boerderij tot 1822 bezit blijft van opeenvolgende leden van deze familie met de bijzondere naam. De aan elkaar verwante Haarlemse notabelen Van der Laen, Van Foreest en Cousebant waren voorname grootgrondbezitters in het gebied rond de Beeklaan. En blijkbaar hechten vooral de Cousebantjes sterk aan het behoud van het bezit Breeland dat zij verpachten aan Zilker boeren waaronder meerdere generaties van de familie Akersloot. Op zij de boerderij ook zelf als buitenverblijf gebruikt hebben is onduidelijk, er is geen bewijs voor gevonden. Vandaar dat Breeland op deze website onder de boerderijen is geplaatst en niet als buitenplaats.

De naam Breeland komt al in 17e eeuwse documenten voor. Heel bijzonder is dat Frans Cousebant de boerderij heeft laten opmeten en intekenen op een unieke kaart van circa 1660 die te bewonderen is in het Nationaal Archief (zie illustratie boven dit verhaal). De verklaring voor deze opmeting is ongetwijfeld het feit dat Frans kort daarvoor een heftig conflict had met zijn Hillegomse “buurman” Van Sijpesteijn als gevolg van onduidelijkheid over wie welk perceel grond bezat. Van Sijpestein wilde voor zijn zandschuiten een uitweg naar de Trekvaart en groef die zonder overleg door een perceel van Cousebant. Die ruzie heeft zo’n veertig jaar geduurd. Op de kaart is ook bewust een woning ingetekend bij de kalkovenbrug (westzijde vaart). We weten van onderzoekers dat dit huis in de 17e eeuw deed als schuilkerk tijdens de Reformatie. De grond van dit huis was lang eigendom van de fel katholieke familie Cousebant. Het is niet onwaarschijnlijk dat deze familie, die ook meerdere priesters voortbracht, de hand heeft gehad in het gebruik van dit huis voor de verboden roomse eredienst. Gegoede families die het oude katholieke geloof niet wilden opgeven na de Reformatie hadden vaak moeite om hun maatschappelijke verworvenheden in stand te houden. De familie Cousebant lukte dat wel en latere generaties werden zelfs in de adelstand verheven.

Pachters van boerderij Breeland tijdens de Cousebant periode.

De continuïteit die we zien onder de eigenaren is ook terug te vinden onder de pachters van Breeland. Tot ver in de 18e eeuw zijn opeenvolgende leden van de familie Akersloot pachter van de boerderij. In het bijgevoegde overzicht van de pachters is inmiddels de kanttekening rond Dirk Lourenszoon Akersloot als pachter ingevuld. Er is bewijs gevonden dat hij pachter was, al was dat vanwege een trieste kwestie. Hij kan vanwege belastingschulden de pacht niet betalen rond 1648 en moet gedwongen zijn vee afstaan aan eigenaar Cousebant. Niet veel later vertelt een notarisakte ons dat Dirk op het punt staat naar Nieuw-Nederland te vertrekken. Daarmee zou het waarschijnlijk de eerste Noordwijkerhouter zijn geweest die naar Amerika geëmigreerd is maar helaas is geen bevestiging gevonden dat Dirk daar ook daadwerkelijk terecht is gekomen.

En mochten de huidige Van Haasters denken dat zij in 1896 de eerste bewoners met die naam op Breeland zijn geworden, dan hebben zij het mis. In het pachterslijstje valt de naam van Jacob Maartenszoon van Haestregt (Haastert) op. Hij is verre familie uit Voorburg en huurt de boerderij voor twee jaar maar kan door de desastreuse gevolgen van de veepest zijn pacht niet betalen. Dit blijkt uit een kasboek van de familie Cousebant waarin zij alle uitgaven en inkomsten rond hun uitgebreide bezittingen bij hielden.

Uit het kasboek van Cousebant, onderstreept de pachtschulden met oorzaak van Jacob van Haestregt, fotoverzameling JD

In 1822 wordt de boerderij door de laatste erfgenaam binnen de familie Cousebant verkocht aan Willem Steenvoorden en Marijtje van der Hulst. Na hen volgen nog Gerrit Hartveld en Pieter Hoogduin als eigenaar. De laatste zal (waarschijnlijk) door pech achtervolgd de boerderij verkopen aan Jan van Haaster in 1896. Een analyse van de grootte en ligging van de weilanden zoals die in de verkoopakte vermeld staan leert ons dat dit agrarisch bezit in 350 jaar nauwelijks veranderd is. De Cousebantfamilie heeft nooit veel grond bijgekocht of verkocht en de 19e eeuwse eigenaren voegden er slechts een enkel perceel aan toe. Breeland grenst bij de aankoop door Jan van Haaster nog altijd aan oostzijde aan de Swet, de Middeleeuwse voorganger van de Trekvaart. Het is ook de oude grenssloot tussen De Zilk en Hillegom. Aan de Zilker Binnenweg bevinden zich dan nog flinke bospercelen. In de 20e eeuw verdwijnen door nieuwbouw de resten van de oude boerderij en schakelen de Van Haasters over van veehouderij naar bollenteelt.

Kadasterkaart, ingekleurd de percelen die Jan van Haaster in 1896 kocht.

Hoewel de omvang en samenstelling van de landerijen als geheel nauwelijks gewijzigd is gedurende de eeuwen geldt dat niet voor het boerderijgebouw zelf. Het is uitermate moeilijk om te achterhalen hoe oud het gebouw dat we op kaarten zien in werkelijkheid was. Het gebouw op bovenstaande kaart dateert waarschijnlijk uit midden 18e eeuw. Het kasboek van de familie Cousebant laat kosten zien die wijzen op een ingrijpende verbouwing of algehele herbouw. Hergebruik van materialen was heel gewoon, dus zelfs bewaard gebleven delen van een gebouw geven geen zekerheid over de ouderdom. Vandaar dat op deze website de beschreven boerderijen en buitenplaatsen gezien moeten worden als bouwlocaties, niet als (al dan niet verdwenen) monumenten.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.