Je bekijkt nu 1734 De Paardrijdende Rechter
1734 Rechtszaak Riggel versus De Graaf, verklaring van de predikant

1734 De Paardrijdende Rechter

Het tv-programma De Rijdende Rechter heeft een flinke aanhang vaste kijkers. Een boom die over de erfscheiding groeit, onrechtmatig overpad, lekkages, overlast en af en toe een conflict met een lokale overheid. De aantrekkingskracht zit hem waarschijnlijk in de herkenning van de situaties en leedvermaak over de vaak heftige emoties van betrokkenen. In zekere zin lacht de kijker om zichzelf, want men kan ook in zo’n situatie verzeild raken en vertoont dan geen ander gedrag. Er lijkt gedurende de eeuwen ook weinig veranderd want in archieven vinden we vergelijkbare conflicten.

Zo spannen de bouwmannen Cornelis van Alckemade en Gijsbert Garbrantszoon van de boerderijen Alkemade en De Klijne Sack in 1618 een zaak aan bij het dorpsbestuur over het onterecht gebruik van een uitweg naar de Buurtweg of Westeinde. De uitweg voor sommige landerijen achter hun boerderijen zou aan de duinzijde liggen volgens de twee bouwmannen. De argumentatie van wederzijdse partijen en behandeling door de bestuurders zou naadloos in onze tijd passen. Sterker nog, het zou zo aan de Rijdende Rechter voorgelegd kunnen worden en als we hem niet vertellen dat het 400 jaar geleden speelde is de uitslag wellicht niet veel anders.

Fraai ander voorbeeld is de burenruzie tussen chirurgijn De Graaf en winkelier/schipper Jacob Riggel. We moeten daarvoor terug naar het jaar 1734. Beide heren bezitten een huis in de Molesteeg, ongeveer ter hoogte van de huidige Hema. De zijmuur van het huis van Riggel grenst direct aan de tuin van De Graaf. Op zekere dag besluit Jacob Riggel in die zijmuur een venster te plaatsen met opendraaiend raam. Overleg met zijn buurman had handig geweest maar is helaas door Jacob nagelaten. De chirurgijn is kwaad want hij heeft weinig zicht op dit gedeelte van zijn tuin en stelt dat kwaadwillenden nu via het raam van Riggel zijn tuin binnen kunnen komen. Hij besluit een schutting voor het venster van Jacob te plaatsen.

Inmiddels is de dominee ook op de hoogte van het sluimerende conflict tussen de twee buren. Hij brengt Jacob Riggel een bezoek precies op het moment dat deze merkt dat een timmerman een  schutting gaat plaatsen. Riggel springt uit zijn nieuwe raam en sloopt de schutting. Als de dominee een vredestichtende opmerking maakt krijgt hij een paal naar de voeten geworpen. Boos en misschien wel beschaamd over zijn acties loopt Jacob het dorp uit, zo meldt ons het archief. Daarvoor hoefde hij overigens niet ver te lopen, want de grens van het dorpscentrum lag een kleine 100 meter verder.

De zaak wordt door chirurgijn De Graaf voor de paardrijdende rechters van die tijd gebracht; hij eist dat het venster wordt verwijderd. De rechtbank wordt gevormd door welgeboren mannen;  burgers uit goede milieu’s die een “oculaire inspectie afleggen om te horen wat partijen tot hun defensie wisten te allegeren”. In hedendaagse woorden: zij hebben de zaak ter plekke bekeken en naar partijen geluisterd. Men besluit dat het venster mag blijven, maar moet worden voorzien van een  “diefijzer”, de naam zegt het al. Het is niet langer mogelijk om vanuit de tuin de De Graaf in het huis van Riggel te komen. De schutting moet de chirurgijn verwijderen en samen dienen de buren een nieuwe schutting van 7 Rijnlandse voeten hoog (2,2 mtr) te plaatsen, op een zodanige afstand van de muur van Riggel dat zijn raam open kan slaan en er dan nog 6 duim (15 cm) ruimte tot de schutting over blijft. De kosten moeten zij samen dragen. Een afweging en besluit van deze wijze dorpsrechters met een hoog poldermodelgehalte. Veel veranderd in al die eeuwen? Nee, niet echt. Behalve het paard van de Rijdende Rechter.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.